Om heel eerlijk te zijn, weet ik niet goed hoe ik me moet verhouden tot de pridemaand. Een groot deel van mijn vrienden is queer en ik heb (voordat corona begon) ook wel eens een pride evenement bezocht. Maar als mensen mij vragen mijn seksualiteit te beschrijven, dan weet ik niet hoe ik het moet noemen. Mensen in mijn omgeving hebben eigenlijk altijd mijn seksualiteit ‘bepaald’. Toen ik nog op de middelbare school zat, was ik er niet zo in geïnteresseerd, dus mensen bestempelden mij als ‘aseksueel’ of ‘lesbisch’. Na een aantal jaar kreeg ik, een cisvrouw, voor het eerst een relatie. Met een cisman. En terwijl ik hem nog niet eens een kus op de mond durfde te geven, werden al allemaal aannames over ons seksleven gedaan. Ineens was ik ‘hetero’. Terwijl ik negen van de tien keer mannen zo veel mogelijk vermijd. Terwijl ik me nog nooit seksueel aangetrokken heb gevoeld tot een andere man. Maar aangezien mijn huidige vriend de enige is met wie ik überhaupt een seksleven heb (gehad), verwacht iedereen dat ik hetero ben. Misschien is dat uiteindelijk ook wel zo, maar ik wil het graag voor mezelf bepalen. Ik voel mij op dit moment bij geen enkele letter thuis. Niet hetero genoeg, omdat ik, als ik deze relatie niet had, waarschijnlijk eerder een relatie zou aangaan met een vrouw. Niet biseksueel of panseksueel genoeg, omdat ik me verder tot niemand echt aangetrokken heb gevoeld. Niet aseksueel genoeg, want ik geniet inmiddels van mijn zeer monogame seksleven. Niet demiseksueel genoeg, omdat ik kan genieten van pornografie van mensen waar ik geen band mee heb. Dus ik sta mezelf niet toe in de queer community.
Voor de disabled community geldt hetzelfde. Ik ben op mijn 25e gediagnosticeerd met autisme. Als ik uitleg dat het me misselijk maakt dat mensen autisme willen voorkomen of genezen, krijg ik te horen dat ik te veel midden in het leven sta om daar wat van te kunnen zeggen. Dat mensen, als ze autisme in de baarmoeder konden herkennen, zouden kiezen voor een abortus, behalve als het autisme zich zou uiten zoals bij mij, want dat was nog wel handelbaar genoeg. Neurotypische mensen die voor mij bepalen dat ik niet autistisch genoeg ben om tegen voorkomen van autisme te zijn, omdat zij toevallig iemand kennen die iemand kent die nog ‘veeeel autistischer’ is dan ik. Want zij kunnen niet zien hoeveel moeite en energie het mij kost mezelf te laten zien zoals ik denk dat andere mensen willen dat ik ben. Niet volgens iedereen autistisch genoeg, dus ik sta mezelf niet toe in de autismecommunity.
Dus, vind ik mezelf queer? Niet genoeg. Ben ik autistisch? Blijkbaar niet genoeg. Maar deel ik toch mijn verhaal? Ja. Want ik wil mezelf de ruimte gunnen te groeien en mezelf er wel thuis te voelen.